De Accommodatie
De Kinderopvangboerderij ligt, vanaf de dorpskern Bergambacht gezien (gemeten vanaf de rotonde ‘De Molenwiek’) exact na een kilometer aan de linkerkant. Ingang en parkeerterrein zijn beiden aan de rechterzijde (ten westen) van de boerderij gesitueerd.
De toegang bevindt zich aan de achterkant van de boerderij en is slechts te bereiken via het draaihek van de omheinde buitenspeelruimte. Dit hek is uitsluitend door volwassenen te openen en dient te allen tijde zorgvuldig te worden gesloten. De deur van de entree is de laatste staldeur in de gevel.
In de entree kunnen de jasjes en de schoenen worden uitgetrokken en een rieten mandje met de naam van het Kind, biedt plaats voor de persoonlijke bezittingen zoals reservekleding en slofjes en voor in het ‘slaaptasje’ de pyjama, (eventuele) speen en knuffel.
Regenjasjes en –laarsjes staan al te wachten om een uitstapje naar de dieren, naar de moestuin of naar de boomgaard te maken…
De te gebruiken binnen-speelruimte is qua (functionele) inrichting afgestemd op de leeftijd van de kinderen en geoutilleerd met gevarieerd spelmateriaal.
Met betrekking tot de inrichting is uitgegaan van:
Overzichtelijkheid
De speelruimte heeft een heldere structuur en een duidelijke inrichting, zodat het Kind kan zien wat het op verschillende plekken in de ruimten kan doen én hoe het daar kan komen.
Niveauverschillen zijn door middel van hellingsvlakken aangepast en combineren zodoende veiligheid en speelsheid.
Geborgenheid
Het indelen van de ruimte is bekeken op de knieën van een volwassene, oftewel op de hoogte van een Kind.
Een ruimte die vanuit het gezichtspunt van volwassenen heel overzichtelijk is, hoeft dat voor een klein Kind helemaal niet te zijn. Voor de allerkleinsten is een veilige speelplek gecreëerd dat afgescheiden is met behulp van speels hekwerk – de zgn. loopbox.
Hierin kunnen de baby’s – op diverse speelmomenten – op de speelmat hun eigen spel ontdekken en worden zij zodoende niet ‘overlopen’ door de grote kinderen en worden de grote(re) kinderen niet belemmerd in hun spel (het bouwen met blokken of het racen op de fietsjes en karretjes door de speelzaal).
De hoge hoekbox en duo-box zijn tevens aparte speelplekken waarbij de baby goed zicht heeft op de andere spelende kinderen en waarbij het niet mogelijk is dat de grote(re) kinderen speelgoed in de box (op de baby) kunnen ‘werpen’.
Onder de box is een speelruimte waardoor het contact van groot met klein gerealiseerd wordt.
Afzonderlijke speelplekken zijn in de speelzaal duidelijk gemarkeerd met behulp van meubilair: lage kastjes die dwars op de muur staan verwezenlijken op een eenvoudige manier speelse hoekjes.
Rust
De speelruimte is geschilderd in zachte tinten, die afgeleid zijn van ‘warme’ kleuren.
Primaire kleuren trekken teveel aandacht naar zich toe en kunnen de ruimte onnodig druk maken.
Kinderen en speelgoed brengen immers al veel kleur in.
Er wordt voor gewaakt dat de ruimte niet overvol en rommelig wordt: door aparte plekken te scheppen waar dingen die door de kinderen zelf gemaakt zijn op te hangen. Een speelruimte die overvol hangt met tekeningen, slingers en posters lijkt overvol en rommelig en op die manier krijgt het Kind ook nog
eens een overvloed aan prikkels. Door de zelfstandigheid van het individuele Kind te bevorderen is zoveel mogelijk materiaal op kindhoogte geplaatst. Kinderen gaan pas dingen ondernemen, op onderzoek uit, wanneer ze zich veilig en vertrouwd voelen. Dit is een basisvoorwaarde voor een goede ontwikkeling.
Je veilig en vertrouwd voelen hangt nauw samen met de mensen met wie je in een ruimte verkeert.
De continuïteit van vertrouwde gezichten van ‘t PotdekselTeam op de opvangdagen is voor ons een zwaarwegend element, maar ook de ruimte zelf kan van grote invloed zijn. Voor kinderen is het belangrijk dat niet alleen de groepsleiding op de opvangdag voorspelbaar is, maar ook de ruimte: dat biedt houvast en zekerheid.
Esthetiek
In de speelruimte is door het aanbrengen van ramen in het rieten dak en vervolgens een vide op de 1ste verdieping, op een speelse manier ‘natuurlijk’ licht gecreëerd.
De grote staldeuren aan de oostzijde van de gevel zijn opengezet en in het kozijn zijn glazen deuren aangebracht die eveneens voor ‘natuurlijke’ lichtinval zorgen.
Om de veiligheid te waarborgen zijn alle ramen en deuren waar kinderen in contact mee kunnen komen voorzien van veiligheidsglas.
Aan de westgevel zijn de voormalige mestluiken voorzien van raampjes opdat ook vanaf deze zijde het zonlicht niet wordt buitengesloten en de raampjes bieden voor de kinderen een ‘landelijk’ schouwspel. Eén van die raampjes fungeert als ‘zwaairaampje’ bij het afscheid nemen van de Ouder.
Vanuit de zuidgevel komt in de keuken via 2 kleine stalraampjes eveneens het daglicht binnen en als het weer het toelaat kunnen de boerenstaldeuren met de bovenste helft worden opengezet zodat ook frisse lucht binnendringt.
Door aandacht te besteden aan de inrichting en aankleding wordt de voormalige koeienstal van de monumentale boerderij omgetoverd in een speelruimte met meubels en materialen die
met elkaar harmoniëren en geen afbreuk doen aan het monumentale pand.
Er zijn twee binnen-slaapruimtes gecreëerd: een aparte slaapruimte voor kinderen tot ± 1½ jaar (de zogenoemde babyslaapkamer) en één voor de oudere kinderen (de rustruimte). In de babyslaapkamer zijn 4 hoogslapers beschikbaar. De baby’s slapen in een trappelzak bovenin en de dreumesen die beginnen te kruipen en te staan slapen, in een bedje met een laken en deken onderin. Om de zelfstandigheid te bevorderen wordt naar gelang de ontwikkeling en de mogelijkheid van het Kind het hekje van het afsluitbare bed eerst halverwege open gelaten en al groeiend in deze fase helemaal naar beneden gelaten – als voorbereiding op ‘de grote stap’ naar de rustruimte. In de rustruimte zijn 8 ledikanten beschikbaar. Hier slapen uitsluitend de kinderen die in staat zijn hun bed – in en uit – te stappen. Alle kinderen worden tijdens hun slaapje ‘extra gecontroleerd’ door middel van audiovisuele beelden. In de slaap- en rustruimte hangen camera’s die alle ‘bewegingen en geluiden’ doorzenden naar de monitoren die verspreid in de accommodatie hangen. Er kunnen en worden géén opnames van de beelden gemaakt.
In de Scandinavische landen is het al heel lang gebruikelijk dat kinderen buiten slapen. Ook in het noorden van Nederland sliepen de kinderen in het begin van de vorige eeuw vaak buiten. In Finland stamt het buiten slapen uit 1920. De Finse kinderarts Arvo Ylppo heeft in die tijd richtlijnen opgesteld voor ouders om het aantal kinderen dat overleed te reduceren. Hij veronderstelde dat huizen slecht geventileerd waren en dat frisse lucht en zonlicht goede maatregelen zouden zijn voor ziektepreventie. Er werd gedacht dat koude lucht goed was voor de bloedsomloop in het neus-en mondgebied en daardoor goed voor de weerstand van kinderen.
Ruim 80 jaar later, is er in Finland een onderzoek gedaan (Tourula, Isola & Hassi – 2008) naar de ervaringen van Ouders met het buiten slapen van hun kinderen in de frisse lucht.
In totaal hebben 116 ouders – van kinderen onder de twee jaar – meegedaan aan het onderzoek.
De resultaten van dit onderzoek zijn:
- dat het Kind beter en langer slaapt (uitgeruster);
- dat het Kind ook beter ’s nachts slaapt;
- dat het Kind fitter en vrolijker is (opgewekter wakker);
- dat het Kind een betere eetlust heeft;
- dat het Kind meer weerstand opbouwt door een grotere opname van vitamine D;
- dat het Kind dat vaak verkouden is of last heeft van luchtweginfecties en/of allergieën hierbij gebaat is.
Hoewel de mogelijke effecten niet berusten op een zeer uitgebreid onderzoek, noemen echter verscheidene culturen – die het buiten slapen al sinds decennia toepassen – dezelfde voordelen.
In navolging van vele positieve berichtgevingen over buiten slapen én de suggestie – in het tevredenheidsonderzoek van 2016 – om kinderen buiten te laten heeft de Kinderopvangboerderij besloten deze mogelijkheid (m.i.v. april 2019) aan te bieden, in een buitenhuisje. Het buitenhuisje is een speciaal gefabriceerd veilig buitenbed, dat voldoet aan de wettelijke normen van een slaapplaats in de kinderopvang. Het buiten slapen zien wij dan ook als een bijdrage aan een gezonde ontwikkeling van het Kind, zowel fysiek als mentaal. Daarbij moet het Kind het echter wel zélf als prettig ervaren en de Ouder moet er van overtuigd zijn dat dit goed is voor hun Kind en dient hier ook de specifieke toestemming voor te geven. Daarnaast wordt er rekening gehouden met het individuele Kind. Ondanks de toestemming van de Ouder, kan het zijn dat het betreffende Kind buiten slapen té gezellig vindt en helemaal niet aan slapen toekomt of het slaapmoment voor andere kinderen verstoort. Een minder verlichte slaapruimte en een prikkelarme omgeving, is wellicht op dat moment dan een betere keuze.
Buiten slapen is gezonder dan binnen slapen:
- Buiten is de luchtkwaliteit over het algemeen beter dan binnen;
- Binnen liggen de kinderen gezamenlijk in een ruimte, waardoor de lucht wat bedompter raakt;
- Buiten is voldoende frisse lucht.
Kinderen slapen buiten beter, langer en dieper dan binnen:
- De veronderstelling is dat frisse lucht ervoor zorgt dat je beter slaapt.
- Een mogelijke verklaring kan zijn dat buitengeluiden een rustgevende werking hebben op de mens, zo ook op het Kind:
- het suizen van de wind;
- het fluiten en gekwetter van vogels;
- het ritselen van bladeren;
- het neervallen van de regen;
- de haan die kukelt (in de verte);
- overige achtergrondgeluiden.
De Kinderopvangboerderij heeft een ruime, aparte keuken waar de maaltijden worden bereid en genuttigd. Een vaste opzet van tafels en stoelen in de keuken maakt het mogelijk dat het spel van de kinderen ‘aan tafel’ in de speelruimte slechts onderbroken wordt en niet per definitie afgebroken. Bovendien zijn wij van mening dat in een aparte keuken nauwkeuriger met voedsel wordt omgegaan, hetgeen ten goede komt aan de voedselhygiëne. Alle eet- en drinkmomenten zijn dan ook een zittende bezigheid, welke dan ook een onderdeel vormt van ‘onze’ tafelmanieren!
De ruime opzet van het keukenblok verleent mogelijkheden voor het bergen van de voedselvoorraad en biedt alles binnen handbereik.
De aanwezige keukenapparatuur zoals koelkast, oven, magnetron en vaatwasser zijn op een kindveilige (dus niet bereikbare) hoogte geplaatst en kastjes en laden zijn kindveilig vergrendeld. Indien er geen gebruik wordt gemaakt van de keuken is deze door middel van een hekwerk afgesloten.
In de wand tussen de keuken en de speelzaal is een opening gecreëerd (de zogenoemde bar). Deze is niet alleen praktisch in gebruik ten tijde van de breng- en haalmomenten van de Ouder om deze te kunnen voorzien van koffie/thee of een frisse versnapering, maar biedt hierdoor vooral een goed zicht op de speelzaal tijdens tafeldekmomenten (met meehelpende kinderen), het dagelijkse ontbijt om 07.30 uur of tijdens voorbereidingen van flesvoeding of andere maaltijden.
Het podium biedt de mogelijkheid om de kinderen op gelijke hoogte te laten zitten als de PB’ers (waarmee we rugklachten voorkomen doordat de PB’ers niet op te kleine stoeltjes hoeft te zitten). De stoelen voor de kinderen zijn in 3 leeftijdsfases ingedeeld: de verrijdbare kinderstoel (met eventuele kussenstoelverkleiner voor de allerjongsten), de stoel met zijwandjes (tot ongeveer 2 jaar) en de stoel zonder zijwanden (voor de kinderen die hier al netjes op kunnen zitten zonder te wiebelen of te schuiven). Op deze manier worden de kinderen geënthousiasmeerd en gestimuleerd om – van stoel naar stoel – te groeien en leren we de kinderen dat de eet- en drinkmomenten aan tafel rustig dienen te verlopen.
Een complete wasbeurt op de Kinderopvangboerderij is mogelijk. De apart gesitueerde verschoonruimte biedt behalve een, in hoogte verstelbare, commode eveneens een zitbadje met handdouche.
Twee grote ramen in de verschoonruimte, één met zicht in de duobox en één met zicht in de keuken, biedt de PB’er de mogelijkheid om ook tijdens verschoonmomenten zicht en contact te hebben met individuele kinderen in de duobox of in de keuken met het groepsgebeuren.
Behalve een kindertoilet in de speelzaal – met een wastrog om de handen te wassen – is eveneens in de verschoonruimte een kindertoilet met wastafel aangebracht, zodat deze functioneel is in twee opzichten:
- enerzijds de zelfstandigheid en zindelijkheid bevorderen tijdens de verschoning;
- en anderzijds de situering van dit kindertoilet, aangezien deze binnen bereik is tijdens het buitenspelen in de buitenruimte. Zodoende hoeft niet eerst een afstand door de speelzaal te worden afgelegd en worden ‘ongelukjes’ tot een minimum beperkt.
De 1ste verdieping is niet toegankelijk voor de kinderen en de trap die toegang verschaft tot deze verdieping is dan ook afgesloten door een hekwerk, dat uitsluitend door volwassenen is te bedienen. Op deze verdieping kun je via de vide naar beneden kijken in de speelzaal en bevinden zich: het kantoor, een personeelsvoorziening met toilet en douche (voor volwassenen) en opslagruimtes.
De mééste buitenspeelruimten van kinderdagverblijven bestaan uit een weinig natuurlijke ruimte: veel stoeptegels, een zandbak en soms een stukje gras. Wij willen de Kinderopvangboerderij juist profileren met een Pedagogisch Beleid, dus een werkwijze, dat als basis spelenderwijs aansluit op natuureducatie.
De verharde, met klinkers bestrate buitenruimte biedt de kinderen dan wel fiets- en speelplezier rond en in de aanwezige zandbak, maar als het weer het toelaat worden diverse opblaasbadjes en de zand- en watertafel geplaatst, zodat zij lekker kunnen spetteren en kliederen met water en zand of kokkerellen en de afwas kunnen doen in het speelkeukentje.
Op het speelplein worden jaarlijks ook diverse kleine gewassen ‘verbouwd’ in de aanwezige plantenbakken. Deze worden geoogst voor de Culinaire Maanden in juli en augustus, waarin wij menu’s serveren die uit de geoogste ingrediënten bestaan. De kinderen helpen met het zaaien, (ver)planten, verzorgen, oogsten en het wassen van de groenten.
In de twee ‘torens’ groeien jaarlijks aardbeien en aardappelen, waarbij de bloei en de oogst interessante en educatieve onderwerpen zijn.
Maar… wij bieden naast de speelplaats óók een overdekte speelschuur en diverse (natuur)buitenruimten als de moestuin, boomgaard en klim- en klautertuin én een bezoek aan de dierenstallen. Hierbij staat het stimuleren van een verkennende en ontdekkende houding bij de kinderen centraal. In de klim- en klautertuin (realisatie april 2020) worden vooral de motorische vaardigheden van het Kind uitgedaagd. De speelobjecten in de buitenruimten zijn dan ook een onderdeel van het inrichtingsplan en zijn niet als vertrekpunt genomen.
Een losstaande schuur (achter de boerderij en grenzend aan de buitenspeelplaats) is in de lengte gesplitst en biedt aan de linkerzijde een privé ruimte (wagenschuur) en aan de rechterzijde een speelschuur.
De speelschuur biedt een overdekte accommodatie en is voorzien van een rubberen tegelvloer waar de kinderen lekker kunnen ravotten en zich kunnen uitleven als het te hard regent en/of te guur is om buiten te vertoeven.
De vliering van de speelschuur biedt tevens een grote opslagruimte om thema-materialen te bergen, die gedurende het kalenderjaar worden gebruikt.
Op kindhoogte is op de afscheidingswand met de wagenschuur ‘het jaar rond in seizoenen’ weergegeven, waarbij de illustraties kenmerkend en herkenbaar zijn voor de kinderen van de Kinderopvangboerderij:
- Het jaar begint met een koude straffe wind waarbij de takken van de bomen al beginnende bloemknopjes vertonen.
- In het vroege voorjaar dartelen de lammetjes in de wei van paardenbloemen en een Kindje ligt soezend in een wiegje onder de bloesemblaadjes.
- Janneman geniet al zonnend op een hek tussen de zomerbloemen en Liesje snoept van de kersjes, die zo groot als knikkers zijn.
- Verstoppertje wordt er gespeeld onder de zonnebloemen die als reuzen tussen de dwergen staan en de mandjes met rozenbottels zijn al goed gevuld.
- De appelbomen rijzen hoog, bijna tot in de wolken en het Kindje dat erin geklommen is en de appeltjes plukt moet zich wel héél goed vasthouden.
- Als een sprookje staan de paddenstoelen tussen het natte mos terwijl de blaadjes verkleuren in mooi geel, rood en bruin.
- De najaarsstorm verhindert niet dat er niet naar buiten kan worden gegaan, de wind blaast de haartjes alle kanten op en het mutsje wordt goed vastgehouden.
- Dan eindigt het jaar als een witte donzen deken waarbij veel speelplezier te beleven valt met sneeuwballen gooien en sleetje rijden.
Bij iedere illustratie hoort een versje dat in zwarte schoolletters speels is opgetekend.
De ‘Klim- en Klautertuin’ is in april 2020 gerealiseerd in de privé-accommodatie en valt als zodanig níet onder de officiële accommodatie van de Kinderopvangboerderij en is dan ook tegelijkertijd uitsluitend onder begeleiding van de PB’ers toegankelijk. Dit onderdeel is toegevoegd om niet alleen natuurbeleving, maar vooral speelplezier te verschaffen. Daarnaast vormt dit onderdeel een bevordering in de ontwikkeling voor met name de motorische vaardigheden.
Het toegangshek van de Klim- en Klautertuin (vanuit de parkeerplaats gezien) wordt ná de brengtijd van 08.30 uur afgesloten (op slot) en weer geopend bij aanvang van de haaltijd om 16.30 uur. Zodoende is niet alleen de Klim- en Klautertuin een afgesloten veilige ruimte, maar liggen ook de kinderen in de buitenhuisjes (op het speelplein) veilig te slapen. Tijdens gebruik van de Klim-en Klautertuin wordt overigens óók het hek – welke toegang geeft naar de moestuin en dierenstallen – veilig afgesloten. Aan de zijde van de sloot en de parkeerplaats bevindt zich eveneens een hek – echter een hóóg hekwerk – waaraan niet alleen de doornloze braam groeit en bloeit, maar ook diverse leibomen, waarvan de bloesem in het voorjaar is te bewonderen en jaarlijks de vruchten worden geoogst (pruim, appel, peer en abrikoos).
Behalve het verzamelen van houtsnippers in de kinderkruiwagens, kan er ook volop gespeeld worden met takken en – op verschillende dikte gezaagde – plakken hout. In de zomer is het een heerlijk schaduwrijk plekje om op de kinder-picknickbankjes te lunchen, een verfrissend glaasje water of limonade te drinken óf een ijsje te eten. En in de nazomer zijn aan het hekwerk de sappige vruchten van de braam, pruim, appel, peer en abrikoos te plukken, die we (na het wassen) zó eten of verwerken in koekjes, cake of in zelfgemaakt ijs.
In het najaar staan er overal tussen de houtsnippers volop ‘kabouterdorpjes’ waar soms zelfs eikels en kastanjes zijn te zoeken. In de winter kunnen we de natuur dan eindelijk ‘in slaap’ zien en hopen we een sneeuwpop en sneeuwballen te kunnen maken, maar nóg leuker kan waarschijnlijk het sleeën op het bestrate speelplein zijn.
Aangezien de Klim- en Klautertuin – zoals gezegd – gesitueerd is in de privé-accommodatie (dus niet in de officiële accommodatie) wordt de Ouder – tijdens de Intake – uitgebreid geïnformeerd over álle veiligheidsaspecten én onze beleidsregels hieromtrent en verleend de Ouder vervolgens wel of niet de toestemming of het Kind hier gebruik van mag/kan maken.
Een grote moestuin is aanwezig – met diverse bedden – en valt net als de Klim- en Klautertuin onder de privé-accommodatie, waardoor de moestuin enkel toegankelijk is onder begeleiding van de PB’ers en uitsluitend in combinatie met Sebastiaan (BioBas) indien er ook gebruik gemaakt gaat worden van de moestuin. In de moestuin is het volop leren verkennen en ontdekken dat peultjes, erwtjes, worteltjes etc. niet uit bijvoorbeeld HAKpotjes komen, maar na het voorzaaien in de volle grond groeien en uitsluitend door zorg en aandacht dan ook genuttigd kunnen worden.
Eén van ons jaarlijks terugkerend educatief project is dan ook om de kinderen te laten ervaren hóe de aardappel in een patatje ‘verandert’ én welke bewerking nodig is om het te kunnen eten. Kinderen kennen vaak de oorsprong van de productie en de verwerking niet en voor ons ligt hier dus een uitgelezen kans om samen met de kinderen een aardappel te poten, te verzorgen, te rooien, te schillen, te snijden en te frituren… en uiteindelijk met veel smaak de ‘patatjes’ te verorberen.
In de diverse seizoenen zijn er tal van verrassingen in de moestuin. Vogels, kriebelbeestjes, insecten… állemaal van zó dichtbij te beschouwen en er spelenderwijs van leren.
Elk seizoen heeft haar eigen, aparte charme met andere bloempjes, vruchten, takken, bladeren, groen oftewel andere ‘natuurlijke materialen’. Bij het verzamelen hiervan leren de kinderen al veel te zien, te ruiken en te voelen in de natuur. Ze ontdekken de wonderen van de natuur spelenderwijs; bloemen die plotseling openfloepen en lang of kortstondig bloeien, wegspringende zaden, prettige en minder prettige geuren, zachte donzige bladeren of ruw behaarde, prikkende bladeren, vruchten, peulen, knollen, bloemen en bladeren die je wél of nìet kunt eten en die ook dood gaan… (natuurlijk verteren of gebrek aan verzorging).
Niet alleen het zaaien, het planten en het oogsten is al een belevenis op zich, ook zijn er in het voorjaar eieren te vinden tussen de bloeiende planten en struiken: die de Paashaas voor ons verstopt…
Onze Februari-Stamppotmaand én de Culinaire Maanden van Juli en Augustus zijn bij uitstek geschikt om de natuur – van eigen grond – op het bord te brengen. Dit zijn onze traditionele smikkeldagen, waarbij de kinderen helpen om de gerechten op tafel te krijgen.
Het benoemen van ons beleidsonderdeel: ‘spelenderwijs op basis van natuureducatie’ klinkt velen wellicht als muziek in de oren. Het benoemen is echter één ding. Het ook als zodanig uitvoeren is een geheel ander ding (en valt dan ook onder een totaal andere classificering).
In de afgelopen 16 jaar hebben wij menig ervaring op kunnen doen, hoe een aantal zaken in ieder geval absoluut níet en hoe een aantal zaken wenselijkerwijs wél moeten verlopen. Niet alleen de leeftijds-categorieën van de kinderen spelen hierbij een belangrijke rol én een uitgangspunt. Ook de instelling, de didactische vaardigheden en vooral ook de kennis van de natuur komt als prominente factor zichtbaar en duidelijk om de hoek kijken voor het wel of niet slagen van natuureducatieve projecten.
Om een grótere nadruk te leggen en een grótere interactie te bewerkstelligen met alles wat zich in de natuur afspeelt, is het PotdekselTeamlid Sebastiaan (bijnaam BioBas) – die de groenvoorziening en het onderhoud verzorgt – de leidende en bindende factor geworden om dit te bereiken. De opvang heeft nl. een gróte verbintenis met het gebruik én verbruik van voedingsmiddelen in de privé-accommodatie (klim[1]en klautertuin, dierenstallen, moestuin, boomgaard en parkeerplaats), waardoor dit onderdeel in ieder geval ook ‘veilig en gezond’ moet worden onderhouden.
Zijn functie is dan ook enerzijds gericht op natuureducatie (m.n. in de privé-accommodatie en uitsluitend onder begeleiding en toezicht van de pedagogische beroepskrachten) en anderzijds op onderhoud in de breedste zin van het woord (groenvoorziening en accommodatie).
Deze combitaak van natuureducatie en onderhoud is hem op het lijf geschreven. De flora én fauna wordt thans dus niet alleen bekeken, maar wordt ook benoemd, waardoor de kinderen vervolgens ook méér betrokken worden. Gesprekken, maar ook handelingen worden uitgebreider uitgevoerd (zaaien/planten/oogsten/gebruik zintuigen e.d.) én geleerd wordt om de natuur met al haar pracht en praal te bewonderen, te waarderen en bovenal te respecteren.
Gedurende het gehele jaar biedt de variëteiten van vruchten en groenten de gelegenheid voor thema-projecten voor ‘het dichter bij de natuur brengen’ door te bewonderen, te ontdekken, te spelen, te knutselen en te eten van en met het ritme van de vier seizoenen: de lente, de zomer, de herfst en de winter.
Overal op het erf is seizoensgebonden, vers en onbespoten fruit te vinden: in de moestuin, in de tuinbedden op de route naar de dierenstallen, in de boomgaard en zelfs op de parkeerplaats: waar diverse leipeerbomen staan. De kinderen helpen (in dit geval Aad) – met het vasthouden van de ladder…- terwijl zorgvuldig de hand- of stoofperen eraf worden geknipt óf de kinderen worden opgetild om de af te knippen peer op te vangen.
Natuurlijk mag en kan deze opgevangen oogst mee naar huis worden genomen, waarbij zelfs nog een recept is toegevoegd, wat er zoal met de peren te kokkerellen is.
Ook in onze nabije omgeving valt er m.n. in sommige seizoenen heel wat bedrijvigheid te bezien. Vanaf diverse plekken op het erf kunnen grazende en drinkende koeien worden gespot, een boer passeert aan de overkant van de sloot met een luid brullende tractor om het gras te maaien, te keren, er hooibalen- of rollen van te maken óf het weiland te bemesten…
Deze ‘lekkere’ plattelandslucht is al te ruiken, zodra er op de parkeerplaats uit de auto wordt gestapt… Voor sommigen niet echt een wenselijke geur, echter voor ons een onderdeel van het genieten op het platteland.
De natuur op z’n best met ‘nieuw leven’ bij de zwanen, meerkoeten, eenden, waterhoentjes of futen in de ons omringende sloten.
Genieten doen we ook tijdens onze wandelingen op de Moeraswederik (gesitueerd tegenover de boerderij). Met slechts een korte oversteek biedt dit wandelpad ruim 2 km ‘vrijheid’ om lekker uit te waaien, te rennen en al wandelend de omgeving te observeren. De allerkleinsten (niet-lopers) worden vervoerd in (dubbele) buggy, wandelwagen en/of bolderkar. Een wandeling wordt uitsluitend met de voltallige groep en leiding ondernomen, dit met het oog op de noodzakelijke handen die nodig zijn om de oversteek te maken en de wettelijke verplichting van het vier-ogen-beleid.
Ofschoon het voorjaar, de zomer en de herfst vaak de meeste bezienswaardigheden bieden, kan een winterwandeling wel degelijk ook adembenemend zijn. Het is maar net hóe je kijkt…en waarnaar…
De boomgaard wordt – net als een bezoek aan de stal – als een dagelijks uitstapje uitgevoerd. Indien de weersomstandigheden het toelaten (niet te drassig) staan de schapen in de wei.
Kebab (zwart – geboren 2009) en Souvlaki (wit – geboren 2017) zijn inmiddels zó gewend aan het voederen door de kinderen, dat zij reeds luid blaten zodra de kinderstemmen binnen hun gehoorafstand komen. Dol zijn ze op het (oude) brood, eten dit (met ge)mak uit de hand en laten zich graag aaien.
Het favoriete maaltje is voor hen de schapenbix, echter deze krijgen ze gedoseerd met beleid. Het welzijn en de gezondheid van de schapen zien wij – net als die van de kinderen – als een belangrijk aspect.
Vele kinderhanden helpen graag om met elkaar de bixbak vast te houden. Soms passen we een individuele begeleiding toe om angst of vrees te overwinnen, waarna een volgend dierenbezoek meestal met véél meer zelfvertrouwen verloopt.
Tijdens langdurige regenval hebben Kebab en Souvlaki een droog en warm onderkomen in de stal.
Oók in de stal staan de kinderen te trappelen om te helpen met het vullen van de ruif (hooi)… én het geven van brood en/of bix én met het vullen van de waterbak. In dezelfde stal – in de tegenoverliggende ruimte – verblijven ook de scharrelende kippen en hanen in het binnenhok en kunnen naar eigen wens en vrijheid gebruik maken van de buitenren.
De natuur wordt in de stal niet gemanipuleerd met elektrische verlichting, waardoor in de donkere maanden het aantal legsel van de kippen geminimaliseerd is. In het voorjaar – met het lengen van de dagen – gaan de kippen weer volop eieren leggen (soms wel 10 op een dag) en kunnen we heerlijke verse eitjes rapen, die naar wens bij de lunch gekookt, gebakken (omelet of roerei) of verwerkt in baksels verorberd kunnen worden (pannenkoeken, vruchtencake o.i.d.)
De hoenders worden – net als de schapen – met beleid gevoederd (afwisselend graan, legkorrels en groen voer), waardoor de kakelverse scharreleieren een gezonde variatie in de voeding zijn. Als de kippen broeds worden, laten we de natuur zijn gang gaan…en rapen we slechts de ‘koude’ eieren.
De warme eieren zijn door moederkip slechts tijdelijk in de steek gelaten om een graantje mee te pikken en zal na ons vertrek uit de stal weer rustig op haar nest gaan ‘zitten’. Afhankelijk van de loop van de natuur en de ‘vee’stapel – op dat moment – kan het broeden van de kippen en vervolgens het uitkomen van de kuikens een schouwspel zijn, waar we de kinderen zoveel mogelijk in betrekken.
Dat de eieren – behalve smakelijk – ook een thema-onderwerp kunnen zijn, blijkt wel uit de hiernaast weergegeven afbeelding.
Het spelenderwijs snuffelen, spelen, leren en helpen in de natuur, loopt als een rode draad door ons beleid. Op de route naar de boomgaard en de (voormalige varkens)stal staan eveneens tuinbedden met diverse onbespoten groenten en vruchten, die in de seizoensgebonden periodes door de kinderen – met een helpende hand – verzorgd en geoogst worden (o.a. rabarber, kruisbessen, tomaten, aardbeien, prei, uien, pompoen, kalebassen…). De groenten en fruit worden puur natuur (na een wasbeurt) opgesmikkeld of er wordt in de weekend[1]of avonduren limonadesiroop, chutney, saus, jam, soep o.i.d. van gemaakt. Gezond smullen is ons devies! In de boomgaard staan hoogstam fruitbomen als peer, appel, pruim en kers, die beurtjaren in de oogst hebben. Áls het jaar van de oogst is aangebroken… dan is de hoeveelheid fruit niet vers wég te eten en breekt in de avond- en weekenduren een aanzienlijke, arbeidsintensieve inmaak- én baktijd aan, waarvan we in de opvang met z’n allen van smullen.
Een kelder (en vriezers) met een overvloed aan bio-producten, die wij met liefde, zorg en aandacht hebben verwerkt voor (o.a.) gebruik in de Kinderopvangboerderij. Áls het fruit vers wordt gegeten, maken we hier zo af en toe óók een aantrekkelijk fruitmoment van…
Jaarlijks kijken wij (dan ook) uit naar ons traditionele thema-project ‘plukken in de boomgaard’. De kinderen tillen we op, zodat zij met uitgestrekte arm de pruimen kunnen plukken (halfstam) en in hun rieten mandje kunnen doen. Glunderende apetrotse gezichtjes is òns deel om van te genieten…
Na de pluk gaat de oogst in een papieren zak, wordt de hoeveelheid – door de kinderen zelf – gewogen op de weegschaal én mogen ze dit aanvullen tot een bepaald gewicht. De pruimen gaan nog dezelfde dag mee naar huis, met daarbij een suggestie voor een pruimenrecept.
Voor de oogst van de (hoogstam) appels en peren moet er op de ladder worden geklommen… Een buitenstaander zal direct diverse bezwaren van onveilig, gevaarlijk of onverantwoordelijk te berde brengen, maar ook hier voelen wij de zeer verantwoordelijke taak op onze schouders liggen om dit veilig en verantwoord uit te voeren.
Kinderen kunnen véél meer, dan dat wij als volwassenen denken/beschouwen.
Met een heldere uitleg, een goede begeleiding en continue een afweging van de mogelijke risico’s – omdat íeder Kind verschillend is – is het ‘ladderproject’ prima uit te voeren. En ook hierbij zien wij niet alleen stralende gezichtjes, maar ook hun eigenwaarde groeien. Ze zijn toch maar mooi die ladder opgeklommen…
Onder het bladerdak boven de buitenkippenren – groeien de rode en witte druiven. Aangezien dit als een té risicovol/ónmogelijk project wordt bestempeld – om door de kinderen te laten plukken – wordt de oogst (door Sebastiaan of Aad) aangereikt. De kinderen verzamelen de trossen en een gedeelte van deze oogst kan – per jaar afhankelijk van de grootte van de oogst – meegenomen worden naar huis. Maar uiteraard worden de vers geplukte druiven éérst in de opvang opgesmikkeld.
In het late voorjaar (mei/juni) komt de schapenscheerder en wordt jaarlijks de traditionele ‘Schapenscheerdersdag’ gehouden. Op deze dag worden de schapen van hun wollen jasje verlost en kunnen de kinderen naar hartelust springen op het springkussen én kan er gesmikkeld worden van de ‘taartjestafel’.